top of page

Bekentenissen van een boekhandelaar: Priceless

Elk product dat in een winkel te koop wordt aangeboden, moet voorzien zijn van een prijsaanduiding. De etiketten die wij daarvoor in onze winkel gebruiken zijn tamelijk groot en staan boordevol informatie waar alleen de boekhandelaar de betekenis van kent. Ze worden op de achterkant van een boek gekleefd; bij voorkeur over de barcode die daar staat gedrukt.


Die etiketten hebben helaas een weerbarstig karakter. Het is te zeggen, de lijm kleeft niet altijd goed op eender welk oppervlak. Daarom treft u op onze winkelvloer regelmatig verdwaalde etiketten aan. Hoe moeilijk ze bij hun betreffende boeken kunnen blijven, zo gemakkelijk hechten ze zich aan een schoen die veel meer kost dan de twintig euro die op het etiket geadverteerd wordt. Wanneer de boekhandelaar zo’n etiket aantreft, raapt hij het op en zal hij met een binnensmondse verwensing op zoek gaan naar de oorspronkelijke eigenaar. Behalve wanneer het druk is en hij van klant naar klant moet rennen om iedereen tevreden te houden. Dan is er geen tijd om zich met rebelse labels bezig te houden, laat staan de schoenzolen te checken wanneer er daar eentje aan kleeft dat irritant over de vloer schuurt.


Het is de zaterdag voor Kerst: traditioneel de drukste dag van het jaar voor een winkelier. Als hij niet door druk-druk-drukke klanten bij de kraag wordt gegrepen, dan holt hij achter hen aan als een puppy achter een tennisbal. Dat geldt dus ook voor mij, terwijl ik door mijn schoenzool heen een of meerdere etiketten gewaarwordt. Maar koen als ik ben, negeer ik dat vervelende besef, zelfs wanneer daar, naarmate de dag vordert steeds meer labels lijken bij te komen. De klanten komen eerst en ik heb geen tijd om mijn voet op te heffen om de prop papier van mijn schoen te verwijderen.



Maar dan is het plots zes uur ’s avonds en gaan de deuren dicht. Kassa’s worden leeggemaakt en tijdens het tellen van de buit kan ik voor de eerste keer sinds ik die dag uit bed ben gekomen, gaan zitten.


Mijn benen zeuren van de noeste arbeid en terwijl ik het geld in de kassa's tel, word ik mij weer bewust van de etiketten die aan mijn schoenzool kleven. Dadelijk zal ik mijn schoeisel van die irritante labels verlossen, maar eerst moet het geld geteld worden, denk ik.


Ik sta samen met mijn collega's buiten wanneer ik eindelijk de kans krijg om mijn schoenen te inspecteren. Ik til mijn voet op om tot mijn verbazing geen etiket onder mijn schoenzool aan te treffen, maar een onderbroek.


Een onderbroek, vraagt u zich af? Inderdaad, een onderbroek.


Ik heb namelijk de neiging om ’s avonds, voor ik ga slapen, mijn broek en ondergoed in één beweging uit te trekken, waardoor mijn boxershort op mijn broek blijft liggen tot de volgende ochtend. Dan raap ik die op en gooi ik ze in de wasmand, want u hoeft zich geen zorgen te maken: deze boekhandelaar trekt elke dag proper ondergoed aan. Alleen was ik in de vroege ochtend van de drukste dag van het jaar blijkbaar vergeten om mijn vuile onderbroek in de wasmand te gooien en had ik mijn broek aangetrokken zonder te beseffen dat mijn ondergoed er nog bovenop lag. In de loop van de dag moet, met dank aan het heen en weer geloop in de winkel, die onderbroek langs mijn broekspijp naar omlaag zijn gekropen, tot ze bleef haken achter de hiel van mijn schoen.



Het was een zwarte boxershort van Hugo Boss. Dat mag u gerust weten. En ik heb ze die zaterdag gedragen als de sleep van een bruidsjurk. Ik vermoed dat er onder de klanten heel wat stiekem leedvermaak heeft plaatsgevonden, want hoewel niemand de moeite nam om mij attent te maken op mijn vestimentaire blunder, kan ik nog steeds moeilijk geloven dat het iedereen is ontgaan.


K.R. Valgaeren


De column werd eerder gepubliceerd op de website http://thrillerlezers.blogspot.com/


bottom of page