top of page

Bekentenissen van een boekhandelaar: Mark

Luister, zou hij geschreven hebben, het is in het nut van het algemeen dat een boekhandelaar zijn taak ernstig neemt, maar het is minstens even belangrijk te weten dat de boekhandelaar zichzelf niet ernstig mag nemen. Mark Verstraelen leerde de stiel van zijn vader en ik leerde de stiel van Mark. Hij was mijn mentor. En sinds 15 juni 2023 is hij niet meer.


Mark Verstraelen

In 2005 was ik een redelijk zielig individu met veel boeken, veel ambities, maar geen werk, geen noemenswaardig diploma en geen lief. Twee huizen naast dat van mijn ouders woonde Mark: een van de twee meest beruchte boekhandelaars van Turnhout. De andere was Jan Mertens en ook met hem was ik bevriend, omdat ik minstens enkele malen per week een bezoek aan hun winkels bracht, vaak zonder geld in de buidel. En op een niet zo bijzondere dag was Mark op zoek naar een nieuwe medewerker in zijn Taxandria Boekhandel. Die nieuwe medewerker werd ik en voor de eerste maal in mijn leven kwam ik op een plek terecht waar ik thuishoorde.


Die episode duurde ongeveer een jaar, want na een kwarteeuw wist de concurrentie Marks legendarische boekhandel te versmachten. Het gevolg was dat ik niets meer had en aldus niets meer kon verliezen. Mark en onze collega Ilse suggereerden dat ik moest gaan studeren. Dat deed ik, in stilte werkend aan mijn eerste roman, zonder het besef dat die wending in mijn leven me tevens een vrouw en twee kinderen zou brengen, wat misschien nooit was gebeurd als Mark mij niet had laten kennismaken met het boekenvak.


Hij leerde mij alles. Van hem mocht ik een bescheiden Engelse afdeling samenstellen, een afdeling die ik in de winkel waar ik nu werk heb kunnen uitbreiden tot een van de grootste collecties in het land. Een van de hoogtepunten van mijn korte carrière bij Taxandria Boekhandel was het bezoek van Mark en mij aan de London Book Fair, waar we een praatje maakte met Bob van Gardners, Stephen Fry en Margaret Atwood. ’s Avonds aten we in Londen een pasta in de schaduw van het Palace of Westminster en peinsden we over de tegels van het voetpad en of dat nog steeds dezelfde tegels waren die ooit door Charles Dickens en Winston Churchill werden bewandeld. Hij leerde me dat een boek een waardevol product is, doch niettemin een gebruiksvoorwerp blijft, wat hij regelmatig illustreerde door een boek van de ene naar de andere kant van de winkel te werpen. Soms, wanneer het er ondraaglijk rustig was, sloeg hij onverwacht zijn handen in elkaar, wat een klap veroorzaakte die Ilse en ik de boekenkasten injoeg. Wanneer ik in mijn blote bast in de tuin van mijn ouders zat en hij in gelijkaardige bast op zijn balkon, dan werd over de tuinen heen wel eens over het werk vergaderd. Wij noemden onszelf geen boekhandelaars, maar slijters van het geschreven woord.


Je kan de boekhandel wel van de boekhandelaar afnemen, maar een boekhandelaar blijft een boekhandelaar. Tijdens mijn studies vond Mark een tweede adem als verantwoordelijke van het Standaard Boekhandel filiaal in Mechelen en nadat ik mijn diploma eindelijk op zak had, hielp hij mij aan mijn huidige job in Leuven. We spraken en zagen elkaar regelmatig en af en toe kwam ik bij hem in Mechelen signeren, maar na zijn pensioen verwaterde het contact, ofschoon hij erg vaak in mijn gedachten was. Wat zou Mark doen?


Mark was veel meer dan een boekhandelaar. Hij was een vurig promotor van de literatuur, zat leesclubs voor, adoreerde Kurt Vonnegut en zijn werk, was de oprichter van de immens populaire Facebookgroep ikwileengoedboekenprogrammaopdevlaamsetv, maar wat we soms vergeten is dat hij ook een indrukwekkend goed schrijver was. Dat bleek niet alleen uit zijn berichten op sociale media, maar ook uit de verzen die hij sporadisch schreef.


Mark was een boekhandelaar, een lezer, maar hij was bovenal een familieman: een rots in de branding voor vrouw, dochters en zoon die hem nodig hadden en op hem steunden. Die hem nog steeds nodig hebben en nog steeds op hem willen steunen. Maar nu hij er op schandalige jonge leeftijd niet meer bij mag zijn, laat hij bij hen een leegte achter die nimmer gevuld kan worden. Voor hen was hij een vader. Voor mij was hij een mentor. Voor anderen was hij een vriend. En voor vele Kempense lezers en schrijvers was hij een onuitputtelijke bron van motivatie en inspiratie.


Toen ik naar Leuven trok om te studeren, zonder te weten dat ik daar nooit meer weg zou gaan, kocht ik bij hem mijn benodigde boeken. Een daarvan deed hij mij cadeau: een lijvig en kostbaar werk over de Nederlandse literatuurgeschiedenis, waarin hij in krom Engels een opdracht noteerde die ik, net als hij, tot mijn laatste dag zal nakomen. Het ging zo:


Dear Kevin,

I presume you take care of the future!

Mark




K.R. Valgaeren


bottom of page