Hoewel de paaseieren reeds aan de klokken hangen te rijpen, deel ik graag met u de vijf boeken die ik het afgelopen jaar het liefst heb gelezen. Let op: het betreft titels die ik in 2023 heb gelezen, maar die niet per se in hetzelfde jaar werden uitgegeven. Hopelijk staat er iets tussen dat ook u kan bekoren.
1. Malpertuis van Jean Ray
Ik zou een boek over dit boek kunnen schrijven, maar dat is voor een andere keer. Jean Ray was een Gentenaar die eigenlijk Raymond de Kremer heette en leefde van 1887 tot 1964. Als auteur van talloze griezelverhalen joeg hij als John Flanders de Vlaamse jeugd de stuipen op het lijf in de Vlaamse Filmpjes van Uitgeverij Averbode. Het door zichzelf als beter geachte werk publiceerde hij in het Frans onder de nom de plume Jean Ray. Terwijl de traditie het wil dat wij in Vlaanderen dode schrijvers het liefst zo snel mogelijk vergeten, wordt Jean Ray in de Angelsaksische wereld, maar vooral in Frankrijk nog graag gelezen.
Sinds kort durft men zich in Vlaanderen gelukkig weer wagen aan Ray/Flanders, al zij het schoorvoetend. Het afgelopen jaar verscheen er bij Davidsfonds een bloemlezing uit zijn werk (Het huwelijk van juffrouw Bonvoisin en andere Gentse verhalen), maar er was ook de eenmansuitgeverij van Johnny Bekaert, ook een Gentenaar, die in samenwerking met de Vriendenkring Jean Ray een nieuwe verhalencollectie publiceerde en een nieuwe vertaling van Malpertuis: Ray’s bekendste werk dat in 1971 door Harry Kummel werd verfilmd met een stomdronken Orson Welles in een voorname bijrol.
Het boek gaat over een mysterieus herenhuis in Gent waar enkele bizarre individuen rond het sterfbed van de pater familias verzamelen. Die verplicht hen om bij hem in te trekken. Maar Malpertuis herbergt enkele gruwelijke geheimen, waaronder de verbluffende waarheid achter de identiteit van de bewoners.
Dat Malpertuis een meesterwerk is staat buiten kijf. Dat het de beste Belgische Gothic Novel is die ooit het daglicht zag, staat voor mij eveneens buiten kijf. En dat de heer Bekaert met zijn Poespa Producties de roman na jaren afwezigheid weer beschikbaar maakt voor de Nederlandstalige lezer kan alleen maar worden toegejuicht.
Het boek werd eerder vertaald door de grootmeester van het magisch realisme Hubert Lampo en hoewel die vertaling niet al te letterlijk verliep, was ze bijzonder goed leesbaar, wat helaas niet gezegd kan worden van deze nieuwe poging door André Verbrugghen. En dat is jammer, want Verbrugghen zet zich in een voorwoord expliciet af tegen de Lampo-vertaling en noemt zijn uitgave zelfs de eerste ‘Vlaamse’ vertaling, waarbij hij vergeet dat we in Vlaanderen Nederlands spreken en schrijven. De Vlaamse taal bestaat namelijk niet. Bovendien haalt de povere redactie het argument in het voorwoord nog meer onderuit. Niettemin ben ik Bekaert en Verbrugghen erg dankbaar om deze duistere parel weer beschikbaar te maken en is dit dé kans bij uitstek om kennis te maken met de koning van de Belgische Gothic Novel.
2. Alles voor de Kempen van Jan Hertoghs
HUMO-journalist op rust Jan Hertoghs schreef een onwaarschijnlijk rake ode aan de Kempen. Hertoghs is zelf geen Kempenaar, maar zijn grootouders woonden in Tielen en het waren de herinneringen aan de bezoeken aldaar die hem influisterden om de ziel en de ‘identiteit’ van de Kempen te achterhalen. Er is een buitenstaander voor nodig om een volk en een cultuur het beste te vatten en Hertoghs slaagt daar meesterlijk in. Ik mag dat zeggen, want ik ben zelf een Kempenaar en, ofschoon ik al bijna een half leven niet meer in de bakermat woon, zal ik altijd een Kempenzoon blijven. Of, om het met de wijze woorden van Oscar Wilde te zeggen: ‘Je kan de Kempenzoon uit de Kempen halen, maar je kan de Kempen niet uit de Kempenzoon halen.’
3. Portable Magic van Emma Smith
Boeken over boeken zijn voor mij een onuitputtelijke bron van amusement. Ook dit bijzonder goed onderzochte pareltje van Emma Smith staat boordevol fascinerende verhalen over het boek als object en de macht van het boek. Van de geheime politiek achter de publicatie van de Gutenbergbijbel tot het schokkende feit dat er in de recente geschiedenis van de Verenigde Staten meer boeken werden verbrand dan in het Duitsland aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Emma Smith is bovendien niet de eerste de beste. Ze is Professor of Shakespeare Studies in Oxford en een autoriteit als het aankomt op de First Folio, die, mocht het u interesseren, in 2023 zijn vierhonderdste verjaardag vierde. Hip, hip, hoera!
4. Billy Summers van Stephen King
Billy Summers is niet het recentste werk van de Allergrootste, maar ik lees nu eenmaal minder snel dan de Allergrootste schrijft. Billy Summers is King ten voeten uit. Een huurmoordenaar wordt voor zijn laatste job ingehuurd door de lokale maffia om vanaf een kantoortoren met uitzicht op het gerechtsgebouw iemand neer te knallen. Niemand weet echter wanneer het doel zich in de buurt van dat gerechtsgebouw zal begeven, dus moet Billy wachten en lid worden van de gemeenschap. Dat doet hij onder een alias en onder het mom van een beginnende schrijver die in bovengenoemde kantoortoren enkele vierkante meter huurt om aan zijn debuut te werken. Hij raakt bevriend met de kinderen van de buren, met de zakenmensen die in de toren werken en hij begint zelfs daadwerkelijk een boek te schrijven. O, ja, en natuurlijk loopt alles mis en ontdekt hij dat er op zijn naam eveneens een prijs staat. Heerlijk hoe King traag maar gestaag zijn personages de plot laat bepalen. Er is werkelijk niemand die het hem nadoet.
5. The Stepford Wives van Ira Levin
Een klassieker die ik bijzonder graag gelezen heb. De premisse is eenvoudig en u waarschijnlijk niet onbekend. Man en vrouw verhuizen naar Stepford. Vrouw ondervindt dat de andere vrouwen in de gemeenschap zich vreemd gedragen, ja, zelfs onderdanig opstellen ten opzichte van hun man. Man heeft het enorm naar zijn zin en wordt zelfs toegelaten in de plaatselijke mannenclub. En het is net die mannenclub waar snode plannen worden gesmeed voor de vrouwen van Stepford. Heerlijk, zo’n boek dat meer dan vijftig jaar geleden werd geschreven en nog steeds brandend actueel is. Wat The Stepford Wives zo goed maakt is, ten eerste, de originele insteek, ten tweede, de groeiende machteloosheid van het hoofdpersonage, en ten derde, de briljant zuinige pen van Levin. Hij is de Elsschot van de Amerikaanse Gothic Novel en als ik u zeg dat hij ook de auteur is van Rosemary’s Baby, A Kiss Before Dying en The Boys From Brazil, dan bent u nu ongetwijfeld naar de boekhandel aan het rennen.
Addendum: Ira Levin is ook de auteur die het slechtste boek dat ik het afgelopen jaar gelezen heb heeft geschreven. Son of Rosemary was zijn laatste wapenfeit en is het vervolg op zijn belangrijkste werk. Het ontstond als een voorstel voor een film die gelukkig nooit werd gemaakt. Dan maar een boek, moet Levin gedacht hebben. Had ie beter niet gedaan.
K.R. Valgaeren
Comentários